Paaseiland of Rapa Nui, zoals het wordt genoemd door de lokale bevolking, is een klein stipje in 's werelds grootste oceaan. Het werd voor het eerst ontdekt op Paaszondag in 1722 door de Nederlandse marine-commandant Jacob Roggeveen. Het was ook de plaats waar Captain Cook en zijn bemanning tijdens een van zijn vele verkenningen weer op krachten kwamen.
In het nationaal park, Parque Nacional Rapa Nui, dat het grootste deel van het eiland bedekt, bevindt zich de steengroeve Rano Raraku waar stamhoofden kolossale stenen (Moai) lieten uithouwen om hun doden te prijzen. Op een dag verdwenen de mensen en werden verhalen doorgegeven tussen de weinige nakomelingen die overgebleven waren, in een poging om het verleden te blijven herinneren. Verspreid over het hele eiland liggen deze mysterieuze beelden met hun lippen voor eeuwig verzegeld, als een bewijs van de grootsheid die ooit was.
Rapa Nui is vandaag de dag een deel van het Chileense grondgebied en de invloeden uit Chili zijn sterk. De Rapa Nui nakomelingen streven voortdurend hun culturele erfgoed levend te houden door middel van dans, kunst en muziek. Paaseiland is de plek waar de geschiedenis en legende elkaar ontmoeten. Een boeiende geschiedenis is aanwezig in een bijna surrealistisch manier.